Belastbaar inkomen, verzamelinkomen en toetsingsinkomen
Wat is het verschil tussen deze begrippen?
Wat is het verschil tussen deze begrippen?
De Belastingdienst gebruikt verschillende begrippen voor belastingberekeningen. Ook voor toeslagen of studiefinanciering wordt het inkomen gemeten, maar weer met een ander begrip. In dit artikel zullen we u uitleggen wat de verschillen zijn tussen deze begrippen en waar u op moet letten.
Belastbaar inkomen
Het belastbaar inkomen wordt gebruikt voor het berekenen van de inkomstenbelasting. Het belastbaar inkomen bereken je door in box 1, box 2 en box 3 de inkomsten op te tellen en te verminderen met de aftrekposten. Houd er rekening mee dat in alle 3 de boxen verschillende tarieven en vrijstellingen gelden.
Verzamelinkomen
Bij verschillende beschikkingen wordt het begrip verzamelinkomen gebruikt. Het verzamelinkomen bereken je door in box 1, box 2 en box 3 de inkomsten op te tellen en te verminderen met de aftrekposten. Houd er rekening mee dat in alle 3 de boxen verschillende tarieven en vrijstellingen gelden.
Toetsingsinkomen
Voor de toeslagen wordt het begrip toetsingsinkomen gebruikt. Het toetsingsinkomen is het geschatte inkomen over het jaar waarvoor de toeslag wordt aangevraagd. Je maakt dus altijd een schatting. Pas het jaar erop wordt dit gecorrigeerd met de werkelijke inkomsten volgens de belastingaangifte. Het toetsingsinkomen bereken je door in box 1, box 2 en box 3 de inkomsten op te tellen en te verminderen met de aftrekposten. Houd er rekening mee dat in alle 3 de boxen verschillende tarieven en vrijstellingen gelden.
Conclusie
De begrippen toetsingsinkomen, verzamelinkomen en belastbaar inkomen betekenen alle drie hetzelfde. Het zijn alle inkomsten uit de boxen bij elkaar opgeteld minus de aftrekposten.